Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [32]In al hun benauwdheid was Hij benauwd, en [33]de Engel Zijns aangezichts heeft hen behouden; [34]door Zijn liefde en door Zijn genade heeft Hij hen verlost; en [35]Hij nam hen op, en Hij droeg hen [36]al de dagen van ouds. 32. Dat is, Hij was benauwd of bedroefd vanwege hunne ellenden, die zij in Egypte leden. Alzo wordt Christus vervolgd in zijn heilige ledematen; Hand.9:4. Zie ook Zach.2:8; Matth.25:45. Anders: in al hunne benauwdheid was gene benauwdheid; versta hierbij: maar een goedertierene vaderlijke kastijding. Of aldus: in al hunne benauwdheid is hij geen vijand of tegenpartijder geweest; maar de engel zijns aangezichts heeft hen behouden. De zin is: Hij heeft hen wel benauwd, maar niet als hun vijand zijnde. 33. Dat is de engel, die voor zijn aangezicht is, die voor hunne zaligheid zorg draagt, te weten Christus. Zie de aantekening Ex.23:20. 34. Dat is, Hij heeft hen verlost omdat Hij hen beminde; Deut.7:7,8. 35. Alsof hij zeide: Hij heeft hen op den rug geladen en gedragen, gelijk een arend zijne jongen draagt. Vergelijk dit met Deut.32:11, en zie ook hfdst.46 vs.4. 36. Hebreeuws, al de dagen der oudheid, of eeuw, gelijk vs.11,16,19. Dat is, van dien tijd af dat Ik hen geroepen heb mijn volk te zijn. Zie van het Hebreeuwse woord de aantekening Jer.2:20.